De zeehond die geheel onverwacht door de Gentse binnenwateren gespot is, werd niet meer gezien. Het dier zal zijn weg naar zee wel vinden, oordeelde een specialist. Ik hoop het. Intussen is het maandag en is er weinig veranderd. Het is ochtend en ik kijk naar een aflevering van British Bake Off. De nacht was zo zo. Sedert ik ziek ben slaapt mijn dochter bij mij omdat ik last heb van angstaanvallen in bed. Vervelend voor haar, want ik snurk en dat is niet verbeterd nu ik ’s avonds een kalmerend middel neem. Bang zijn ’s nachts is iets dat bij veel mensen met kanker voorkomt, lees ik. Zelfs in Max, Mischa en het Tet-Offensief staat er een passage over iemand die ziek is en liever niet alleen zou slapen. Toeval? ’s Nachts dienen de demonen zich aan, en met een ongeneeslijke ziekte zijn de demonen geen producten van je fantasie. Ze zijn echt. Voor ik ziek was sliep ik ook al slecht als ik alleen was. Het grote verschil is dat ik het daglicht verwelkomde en toch een beetje opgelucht was als de nacht voorbij was. Nu weet ik niet goed wat te denken van dat daglicht. Weer een dag, oké, maar dus weer een evenwichtsoefening. Eén ding blijft vooralsnog onveranderd en dat is mijn standvastige zin in koffie. Ik maak koffie op de ouderwetste manier, met een koffiezet, dus na het opstaan rep ik me naar de keuken voor het ritueel. Water, koffiefilter, koffie. Wachten. Intussen smeer ik boterhammen. Vier sneetjes. Mocht iemand mij zo bezig zien, het oordeel zou zijn: actieve jonge vijftigster maakt vrolijk koffie en heeft een gezonde eetlust want smeert vier sneetjes brood die ze daarna enthousiast verorbert. Ook goed. Vrolijk, dat wil ik wel de hele dag zijn trouwens, mijn brompot-gehalte mag wat omlaag.
Plaats een reactie