Dankzij de vrienden raak ik nog eens ergens. Zeebrugge was dat gisteren. Met Sas, Ditten en Peter, stuk voor stuk mensen die ik dertig jaar ken. Ik was wat vermoeider dan anders, veel te vroeg opgestaan ook, en ergerde mezelf aan de afhankelijkheid van de rolstoel en aan mijn hoofd dat door de cortisone meer en meer op een ballon begint te trekken.

Maar over de dag zelf kan ik niets verkeerd zeggen. We gingen uit lunchen in een alleraardigst restaurant waar de uitbaters misschien iets te plastisch hun gerechten wisten te presenteren. Dat er er hert op het menu stond wisten we bijvoorbeeld dankzij een allerschattigst hertenkopje dat de kaart versierde. Zo het soort foto waardoor je zweert nooit meer hert te eten. Bambi so to speak. We hielden het bij zeedieren, garnaalkroketten en Bouillabaisse. Peter heeft daar een appartement met zeezicht van waaruit je het strand en de vele kitesurfers kon zien en dat was heerlijk.

Alweer zo’n uitstap die we al jaren geleden hadden kunnen maken, of zelfs meerdere keren. We dronken nog eentje in Lissewege en tegen dan was ik pompaf. Eens thuis kreeg ik een dubbele klop van de hamer, een van vermoeidheid en één door het plotse alleen zijn en de realiteit die wat op mijn hoofd viel. Simon is uiteindelijk met de laatste bus naar mij toegekomen om bij mij te slapen, wat mij rustiger maakte. Simon, de rots. Deze ochtend was de vermoeidheid nog niet waar ie moest zijn, namelijk verdwenen, en ik hoop dat het te maken heeft met het drukke weekend en niet met mijn ziekte, want die mag wat mij betreft zo lang mogelijk in sluimerstand blijven. Knock on Wood.
Plaats een reactie