De laatste dagen ben ik buiten adem, en dat is redelijk vervelend. Ik weet ook niet of het een bijwerking is van de medicatie of een symptoom van de ziekte die erger wordt. Ik weet ook pas eind november of de huidige medicatie haar werk blijft doen. Mijn moeder wijst mij er op dat ik ben aangekomen en dat is waar en onhandig voor iemand die zo al moeite heeft met stappen en bewegen. Mijn verlangen naar zoet is zonder twijfel compensatie voor wat er zoal in mijn hoofd omgaat in combinatie met de appetijtopwekkende cortisone en as we speak heb ik als onbijt een volwaardig slagroomtaartje verorberd dat ik mee naar huis kreeg van het dinertje van gisteren. Want ah, dat was er wel. Ik vertelde hier ergens eerder dat een vriendin uit Den Haag in Nederland mij wilde opzoeken. Wat gisteren dan gebeurde, maar dan bij de Caruso’s die er een volwaardige avond met heerlijke spijzen en conversatie van maakten.

Het was meer dan twintig jaar geleden dat ik AM nog had gezien, maar er was geen spoor van ongemak of rare stiltes. Althans, ik was wel wat stiller omdat ik na het eten de sofa ben beland en het grootste deel van het gesprek met gesloten ogen heb gevolgd. Mijn Haagse vriendin was geen spat veranderd, ze zag er zo mogelijk enkel wat zelfzekerder en nog knapper uit dan vroeger. Toen ze enkele jaren na haar studies mijn stad verliet was dat in de begintijd van het echte onhandig trage e-mailen en stuurden we lange mails naar elkaar. Dat verwaterde en werd stilaan vervangen door de likes en hartjes op social media. Het leven zelf maakte dat we elkaar nooit bezocht hebben (ik zou Den Haag nochtans ook eens graag zien) maar ik ben er mee gestopt daar spijt over te hebben. Ze was er gisteren en dat was goed. Mocht ze in Gent gebleven zijn dan hadden we vast veel tijd gesleten in boekhandels en plaatsen waar je over boeken kunt praten. Daar ging de conversatie gisteren ook over, maar ik was dus een beetje gevloerd.

Ik denk ook dat ik Billy (of Billie) de hond van de Caruso’s moet ontvoeren want het is zo’n zegen als dat dier zich naast je nestelt in de zetel, liefst met kop en al onder een eigen dekentje. Warm en zacht zalig beestje. Een diva ook. Of ik doe dat helemaal niet, en ik ga volgende week opnieuw enkele dagen naar Oostende met de C’s, zodat ik dicht bij zee, vrienden en dier ben. Wel hopen op wat meer adem. Maar daar kan de zee misschien bij helpen.
Plaats een reactie