Gisteren bleef alles rustig op vlak van vijandige buurvrouwen. Dat was dan ongeveer de enige meevaller want het was best wel een lange, vermoeiende dag. Ik blijf naar adem snakken en om de haverklap in slaap vallen, wat ik overdag dus niet fijn vind. Daarom, en omdat het leuk is, ga ik morgen toch weer naar Oostende met de familie C. Op zoek naar adem en afleiding, want de fysieke kwalen zijn piekerbevorderend. Ik heb al eens gezegd dat het onvoorspelbaar is wanneer de ziekte erger wordt en kwaaltjes en pijntjes doen mij altijd denken dat het zover is. Ik zou toch veel beter wat meer genieten van de nog volle maand tot aan de nieuwe onderzoeken. Ik val in herhaling zeker? De avond was trouwens best gezellig gisteren, gewoon samen zijn met mijn dochter, meer vraag ik over ’t algemeen niet. Maar ze zal het vast fijn vinden het huis enkele dagen voor zich te hebben. Tijdens het lang weekend van 11 november gaan we overigens samen naar Oostende, dochter en ik, omdat we dankzij een vriend in een appartementje kunnen verblijven. De bedoeling is dat ik in Oostende op zoek ga naar een wellnessding met massages en al dat soort dingen. Intussen moet ik dringend eens nadenken over waar ik mijn oomvaderlijke familie ga installeren op 1 november. Ik kijk er heel erg naar uit dat ze komen maar het wordt even zoeken naar de juiste plek die geschikt is voor 12 volwassenen/die langer dan een lunch willen blijven/die ook kinderen meebrengen op speelleeftijd/met wie ik allemaal wil praten. Maar goed, ook dat maakt dat ik iets concreets heb om over na te denken, wat beter is dan de wildernis in mijn hoofd. Want dat is het wel, een wildernis van veelal niet al te vrolijke gedachten die elkaar proberen voorsteken alsof ze me moedwillig van de wijs willen brengen, terwijl ik zo verlang naar iets als rustig kabbelend water in mijn hoofd, een beekje in de Ardennen of zo. Hoewel de Noordzee ook wel soelaas kan bieden. Of drie uur aan een stuk garnalen pellen, ik zeg maar wat.
Plaats een reactie