Volgepropt met liefde en vriendschap

Ik ben er dus in geslaagd om voor twintig mensen te reserveren in De Kantien, een oké café-restaurant in Gent aan de Watersportbaan. Met parkeerplaats voor de deur en ruimte buiten voor loslopende kinderen. Die ik overigens ben vergeten meetellen, dus ik ga er straks even langs om uit te leggen dat ik eigenlijk voor DERTIG man moet reserveren. Ik ben héél blij dat ik bijna altijd pas als er iets georganiseerd moet worden, want ik ben nu al aan het stresskippen. Er was al meteen een misverstand aan de telefoon toen de dame van De Kantien aan de andere kant van de lijn mij wist te melden dat op feestdagen uitsluitend soep en brood geserveerd werd. Dat was gelukkig een vergissing, ze bedoelde op zondagen. Maar tegen dan was ik al lichtjes in paniek en zag ik al helemaal voor me hoe mijn oom, helemaal vanuit De Kempen en uitgehongerd genoegen moest nemen met een kommetje soep.

Vandaag is mijn dag misschien wat volgepropt. Om half één ga ik lunchen, om twee uur ga ik op stap (op “stap” is niet echt de goede woordkeuze) met mijn zus Liesbet en in de latere namiddag ga ik naar Oostende. Daar kan ik de rest van de dag in de zetel doorbrengen, hopelijk vergezeld door Billie, het heerlijke hondje van de C’s. De vermoeidheid zit toch vooral in mijn benen, een wandelingetje zit er momenteel echt niet in en ook iets zoeken in een ander deel van het huis is een opgave. Mijn geest is wakker en alert (behalve dan af en toe een reservatiefoutje) en om 8 uur ’s ochtends ben ik per definitie uit bed en koffie aan het zetten. Het koffieritueel is een gewoonte en een houvast omdat ik dat in de eerste weken van mijn ziekte niet kon. Ik ben een conservatieve koffiezetter, dat gaat hier met een koffiezet en aangezien ik niet zo lang kan rechtstaan gebeurt het nu vaker dat de filter scheefzakt van de haastigheid. Het zijn domme dingen maar ze beinvloeden mijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid.

Maar opnieuw, er zijn zoveel mensen die helpen of er gewoon zijn. Dat heel mijn oomvaderlijke familie komt op 1 november is een beetje zwaar maar ook zo hartverwarmend. Dat de C.’s mij ondanks mijn beperkte mobiliteit op sleeptouw nemen is te genereus voor woorden. Dat ik kan lunchen deze middag, een uitstapje kan maken met mijn zus Liesbet, enz..

Het is in de diepste shit dat je leert je zegeningen te tellen, denk ik. Ik ging er vroeger te slordig mee om. Denk ik, want vroeger als in “voor ik ziek was” vervaagt een beetje nu ik al vijf maanden in dit nieuwe bestaan zit.

Plaats een reactie