Gisteren, dinsdag
De laatste weken raakte ik almaar slechter vooruit. Om de vijf seconden moest ik pauzeren of ik raakte buiten adem met hartkloppingen en pijn in mijn bovenbenen. Ik kon amper naar boven om pakweg te gaan slapen. Toen ik mij daar gisteren tijdens chemo over bekloeg bij de dokter besloot hij mij een bloedtransfusie te geven.
Ik : nu?
Hij : ja, direct na de chemo
Ik: hoe lang duurt dat?
Hij: goh, een uurtje
Wat later, doc was weg, een verpleegster van dienst kwam binnen.
Zij: “voor u is er een bloedtransfusie voorzien. Dat loopt over een uurtje of twee, of iets langer”
Dokters en het inschatten van tijdsduur, ’t is wat.
Uiteindelijk moest er nog vanalles gebeuren zodat de transfusie drie uur lang duurde wat maakte dat ik gisteren tien uur en een half in dagopname heb doorgebracht, en mijn begeleider Simon en ik zo overprikkeld raakten dat we in ruzie afscheid namen. Laat ik nu juist nooit meer ruzie willen maken, moeilijk moeilijk moeilijk. Ik erken dat ik erg prikkelbaar ben maar het is dan de ziekte die in mijn hoofd zit, de beperkte tijd, de hele shit die van zo’n dag in het ziekenhuis één grote confrontatie maakt. Maar het kwam van 2 kanten, ik zei al een dat Simon en ik zich gedragen als een oud koppel, inclusief ruzie om weinig redenen.
De rest van de avond bracht ik door bij mijn moeder, viel na het eten knock out in de zetel, hoorde mijzelf snurken en hoesten en nog meer snurken en sliep zodanig bizar dat ik zelfs hoorde dat ik in mijn slaap aan het praten was tegen mijn moeder en dat die zinnen onverstaanbaar waren. Mijn bewustzijn was gevloerd.
Ik zocht intussen nog wat op: 70 procent van het gedoneerde bloed gaat naar kankerpatiënten, iets waar ik nooit eerder bij had stilgestaan. Leve donerende mensen, door jullie stap ik vandaag wat beter, heb ik zopas kunnen rennen om de tel op te nemen, en hoop ik op nog wat meer vooruitgang de volgende dagen.
maandag, de dag voor dinsdag
Maandagochtend sliep ik even uit en dat was daar absoluut niet het moment voor want ik totaal vergeten dat ik in de voormiddag verwacht werd bij de psychologe. En dat is geen Freudiaanse vergetelheid, dat is gewoon wat mijn hoofd tegenwoordig doet met afspraken: ze vergeten. Gelukkig las ik in het WhatsApp-groepje over mijn vervoer van en naar de psy een gesprek tussen mijn taxi-van-de-dag en MM die toezicht houdt op het groepje (het leven bestaat uit allerlei kleine What’sApp en andere groepjes die het organiseren) zodat ik alsnog op tijd was. Het gesprek zelf was ook nu goed. Ze zegt ook altijd wel iets waardoor ik mij even beter voel en wisselt af tussen het analyseren van wat ik zeg en mij concreet te adviseren en dat werkt voor mij.
Mijn dochter is er even op uit dus – mede gezien mijn gekende problematiek met alleen zijn ’s avonds en ’s nachts, zeker nu ik zo wankel op de benen sta- kwam een trouwe vriendin maandagavond TV kijken en logeren, maar een groot deel van de avond heb ik haar bezig gehouden met het tonen van oude foto’s. Zelf vind ik het een rauwe verschrikking als anderen dat bij mij doen, maar ze stond er echt wel op. Of ze wilde mij een goed gevoel gevoel geven. Ze vertrekt volgende week naar Mexico en ik weet niet echt hoe lang en of ik haar ooit nog terugzie.
Het weekend ervoor
Zondag, zaterdag en vrijdag was ik weer eens in het milde Oostende, waar ik altijd even uit mijzelf kan stappen en het piekeren kan temperen. Dit keer dankzij de generositeit van mijn allerbeste klasgenoot ooit, drie hilarische jaren naast elkaar op de schoolbanken, die mij het gebruik van zijn appartement aanbood, niet alleen nu, maar altijd als ik wil en het past. Ik zou er misschien nog zitten mocht ik niet zoveel hulp nodig hebben. Elke ochtend na het opstaan keek ik door het raam om te kijken hoe de zee er uit zag, met een theetje en een cracker. De zee ziet er altijd anders uit, maar dat wist u vast.
Mijn dochter was er bij en heeft de hele praktische kant op zich genomen, alweer. Maar we hadden het goed. Vrijdagavond een onverwacht etentje met mijn oom en tante, en in de Chamonix, het bekende koffiehuis, kwam iemand op mij af die ik op dat moment niet herkende, maar die me (na drie keer vragen of hij iets mocht vragen) er op wees dat zich iets vreemds aan het voltrekken was. Ooit had hij (Gentenaar, net als ik) als commentaar op iets dat ik had gezegd op Twitter, gereageerd met de belofte mij, mocht hij me ooit ontmoeten in Oostende, een koffie zou trakteren. EN DAAR ZIT ZE GEWOON, moet hij gedacht hebben IN EEN BIJNA SLUITENDE KOFFIEBAR, IN OOSTENDE, wat hem er toe aanzette dit alles uit te leggen aan mijzelf, mijn dochter en mijn oom en tante. Het was veel te laat voor koffie, dus het werd een kop warme chocomelk. Mijn tweede die avond, maar ter ere van Tom (zo heet hij, wist ik na zijn relaas) heb ik die volledig uitgedronken. Die strange encounter maakte de avond wel mooi af. Only in Ostend.
Zaterdag werden Silke en ik verwacht in een Wellness-oord, dat ik na lang zoeken en het vragen van advies op Twitter uitgekozen had, weliswaar in Oudenburg, met een massage van 1 uur inbegrepen. Goede keuze. De buitenyaccuzi was mijn favoriet en deed goed aan mijn pijnlijke en te weinig gebruikte spieren. Het zwemmen binnen heb ik snel opgegeven. Mijn 24-jarig lievelingskind was mij aan het uitlachen was omdat ik niet meer kan zwemmen. Het is dan ook bespottelijk. De oorzaak is wellicht het verliezen van mijn gevoel voor coördinatie (en dat was al zo verschrikkelijk slecht voordien) waardoor ik bijvoorbeeld onmogelijk tegelijk een been en een arm kan strekken. Net als aan zee begon ik meteen te panikeren waarop mijn dochter mij er weer eens op moest wijzen dat ik gewoon kon rechtstaan in het zwembad. De massage was ok, maar mocht wat steviger voor mij. Mijn dochter vond ‘m perfect en al bij al waren we heel tevreden.
’s Avonds aten we in De Grote Post, waar het altijd gezellig en het voedsel goed is.
Zondagochtend bezochten we het James Ensor-museum en het blijkt dat ik nog lang genoeg moet leven om terug te keren want er is ook een buitendeel, een Ensor-wandeling voorzien bij het bezoek. Het boekje met uitleg zit in mijn handtas.
Op de middag had ik afgesproken met een oude schoolvriendin die me op een van de schaarse dagen dat ze in België was kwam opzoeken in O. en dat ontroert mij eigenlijk nog steeds. Ook weer dat gevoel dat er niet echt een goede reden is voor eerder verwaterd contact, hoewel, een gezin grootbrengen én hard werken in 2 verschillende landen zijn eigenlijk objectief goede redenen. Maar toch ook weer niet. Ik ben een felle tegenstander geworden van verwaterde contacten. Ik ben een felle voorstander van hernieuwde vriendschappen en het milde Oostende.
Weetje: mijn dochter haar vrienden komen haar nu, als in onmiddellijk, een verrassing brengen. Die verrassing is een kitten. Ik ben in lichte paniek.
Plaats een reactie