Veel over gisteren en een beetje over Joey

Ik was er van overtuigd dat ik zou kunnen bloggen zonder al te veel over kitten Joey uit te weiden omdat poezenverhalen wel schattig zijn maar meestal op hetzelfde neerkomen. Joey wreekt zich daarop door te doen wat vele katten uit dat soort verhalen doen, en dat is op het toetsenbord liggen/lopen of, in ons geval, printopdrachten geven. Twintig bladzijden maar liefst, gelukkig een éénmalig feit. Nu ligt hij als een buffer tussen het klavier en mijzelf zodat ik de PC nog net in evenwicht kan houden op mijn knieën. Het toetsenbord zie ik amper dus mijn oprechte excuses voor de anders ook al behoorlijk aanwezige tikfouten (zo zag ik bij herlezing)

Gisteren was chemodag (uitzonderlijk op woensdag) en ik was om 8 uur binnen en om 15.20 buiten, een record qua snelheid. Die chemo duurt onder meer zo lang omdat er tot 2x toe een liter water moet indruppelen, wat veel langer duurt dan de eigenlijke medicatie. De sessie is vermoeiend door de verveling, omdat ik mij moeilijk kan kan concentreren op andere dingen zoals lezen, al heb ik altjd een boek mee. Enkele weken terug heb ik Simon zelfs gesommeerd om een Dag Allemaal te kopen in de cafetaria in de hoop dat dit hetzelfde effect zou hebben als de hersenloze TV waar ik soms soelaas vind. Neen dus, er staat meer reclame dan wat anders in dat blad en de reportages zijn die naam amper waard. Wist ik, ook ik ga soms naar de kapper. Einde project Dag Allemaal. Het lezen gaat me in het algemeen nog steeds niet goed af, als ik me bedenk dat ik deze zomer, toen mijn ziekte me letterlijk in de zetel hield minstens 2000 bladzijden (Max, Micha…zijn er al 1200) heb gelezen, kan ik mij dat nu amper voorstellen. De medicatie zorgt jammer genoeg voor verminderde concentratie, maar ik neem mij voor mij te herpakken. Ver voor het voetbal is lezen immers de belangrijkste bijzaak ter wereld, wat mij er aan doet denken dat ik deze namiddag bij de Caruso’s naar België-Kroatië ga kijken. Altijd goed, als de Belgen doorgaan is het oké, als de Belgen niet doorgaan wordt het lachen met de heerlijke manier waarop Rudy C. hierover zal fulmineren. Ik heb het misschien als gezegd maar de match van de Belgen en Rudy’s commentaar achteraf was vorige week een van de weinige dingen die mij heeft kunnen doen lachen. Ik was toen niet in zo’n opperbeste stemming.

Gisteren kwam mijn dochter mij oppikken aan het ziekenhuis. Ze vroeg me of ze nog even een pakje kon gaan retourneren in een winkel in de stad. Waarom niet, zei ik, compleet vergeten dat ik zoals steeds op het einde van de chemosessie een baxter met nierbescherming krijg die maakt dat je de rest van de dag om de tien minuten moet plassen. Dat daagde me toen mijn dochter al even was uitgestapt en ik realiseerde me dat ik dringend een toilet moest vinden. Het toilet van de ondergrondse parking nabij was de enige optie. Daarheen spurten dus, en yep, ook compleet vergeten dat ik helemaal niet kan spurten en ook dat ik amper vijftig meter kan stappen. Het lukte uiteindelijk wel maar toen ik opnieuw arriveerde aan de wagen (waar mijn dochter me inmiddels licht in paniek wegens verdwenen moeder) opwachtte zag ik er uit alsof ik een paar rondjes had meegedraaid in de wasmachine (oververhit, haar naar alle kanten, blik op verwilderd). Maar bon, hindernis overwonnen, dus verder geen klachten.

Mijn nichtje komt lunchen, wat fijn is, en Natalie springt ook binnen, wat ook fijn is.

Plaats een reactie