In het begin van dit jaar, er was nog geen (vastgestelde) ziekte bedacht ik me dat er een aantal mensen zijn die ik op één of andere manier opnieuw in mijn leven wilde. Alsof ik het een beetje wist. Toen een vroegere geliefde die ik nog immer zeer genegen ben mij vroeg om eens koffie te gaan drinken was ik dus best blij, hij stond hoog op dat lijstje en het was ook alweer twintig jaar geleden dat we een echt gesprek hadden gevoerd.
We spraken af op de dag dat het vermaledijde Rusland binnenviel in Oekraïne en zeiden tegen elkaar dat we niets symbolisch moesten zoeken achter die toevallige samenloop van omstandigheden. Nochtans was hij ook diegene die mij vele jaren terug als eerste verwittigde over de aanslag op de Twin Towers, en dat met een sms met het woordje “WAR”. “Who knows what’s next?” zei ik dan nog. De onwinbare oorlog in mijn lijf was mij toen nog onbekend.
In juni spraken we opnieuw af voor koffie. Ik had toen net een bloedtest laten afnemen bij de dokter omdat ik mij wat minder goed voelde en pijn had ter hoogte van mijn ribben op de rechterkant. Toen ik haar bezocht dacht ikzelf dat het om een spier ging, en zei dat het wel eens galstenen zouden kunnen zijn. Ze stuurde me naar de radiologie voor een echo en trok bloed.
Bij die koffie in juni bestelde ik scones met confituur en zure room en stelde ik halverwege vast dat die mij niet zo smaakten. “Ik voel mij de laatste dagen niet zo goed” zei ik. Ik toonde de pleister op mijn arm als om te bewijzen dat ik bloed had laten trekken.
Niet zo lang erna kreeg ik mijn dodelijk verdict en kwam hij het na een tijdje te weten via een vriendin. Hij belde zo goed als onmiddellijk met Facebook Messenger, het was een emotioneel gesprek, althans minstens voor mij.
“Ik kan niet meer beter worden” zijn de woorden waarvan ik me herinner dat ik ze uitsprak. En dat ik weende. We spraken af dat we elkaar zo snel mogelijk zouden zien en gingen een week later of zo een pannenkoek eten (ik was al in behandeling, dus deze keer smaakte de zoetigheid uitstekend) op een door hem uitgekozen leuke plek (Wondergem in Wondelgem) en spraken diepgaand en taboeloos over onderwerpen zoals doodgaan, begraven of cremeren, alternatieve soorten begrafenissen enzovoort, zonder dat het vreemd aanvoelde.
Toen hij vorige week een bericht stuurde om te vragen hoe het was kon ik alleen maar antwoorden dat het niet ging. Niet met mij, niet met mijn dochter, niet met eender wat. Hij vroeg of ik geen nood had aan gespecialiseerde hulp en ik antwoordde dat alle goede psychologen een wachtlijst hadden.
Deze ochtend kwam hij op bezoek om te melden dat hij een heel degelijke psychologe gevonden had die bereid was om mij te helpen ondanks haar wachtlijst en ook dat hij al vervoer had geregeld bij Natalie en Mario
Ik moet dat opschrijven omdat het mij dieper ontroerde dan ik misschien heb laten merken, dat iemand die ik eigenlijk pas opnieuw ken zo’n dingen doet voor mij. Dat hij dat doet voor mij.
Geef een reactie op Bij de psycholoog Reactie annuleren