Een goed bezoek aan de psycholoog.

Jarenlang was ik voor veel mensen tot op het irritante een scepticus van psychologen. Na 2 bezoeken aan de psychologe die een vriend voor mij uitzocht ben ik serieus aan het kantelen. Sommige van mijn eerdere bezwaren houd ik staande, zoals het feit dat je iemand moet hebben met wie er een serieuze klik is, dat je best terecht komt met iemand die ervaring heeft met jouw specifieke probleem én dat zowat alle kwalitatieve psychologen een wachtlijst hebben, iets waar je als palliatieve patiënt weinig aan hebt. En natuurlijk, maar daar kunnen psychologen weinig aan doen, dat een terugbetaling van 20 op 70 EUR de deur richting dit soort hulp radicaal afsluit, wat een schande is, vooral omdat er op dat vlak al zo veel beloofd werd.

Nu, de consultatie van vandaag.

Er was vanalles gaande geweest, zowel rondom mij als in mijn hoofd, dus ik was wat meer aan het woord dan de psychologe. Des te meer viel het mij op dat ze met kleine tussenkomsten sommige zaken net iets beter kon plaatsen dan ik, en dat ze na mijn relaas alweer een pak dingen over mijzelf, waar ik zelf niet had bij stil had gestaan, op een plaats kon zetten waar ze thuishoorden.

De voorbije dagen was het als een blok op mijn hoofd gevallen dat ik al vijf maanden ziek ben en dat de statistieken mij nu nog ongeveer zes maanden geven, waardoor het moeilijker werd in het “nu” te leven en te genieten van kleine en grotere dingen. Zes maanden is nu eenmaal ridicuul kort. Ik weet, door de ervaringen van lotgenoten dat sommigen er beter in slagen het aspect “tijd” opzij te schuiven en er meer een “pluk de dag” houding op nahouden. Niet ik dus. Op een gegeven ogenblik zei de psychologe dat ze het vermoeden had dat ik al lang voor mijn ziekte bezig was met dat existentiële element van “tijd” en ik moest toegeven dat ik inderdaad een levenslange piekeraar ben en dat mijn vroegere existentiële vragen er al eens toe hadden geleid dat ik ondanks mijn bezwaren op zoek was geweest naar psychologische hulp, wat ik niet vond (wachtlijsten) zodat ik mijn scepsis er bij haalde om niet verder te moeten zoeken.

Ik vertelde ook dat ik door dat beeld “zes maanden” een nieuw soort je m’en foutisme had gecreëerd. Dat ik bijvoorbeeld niet altijd mijn haar was voor ik buiten kom (vroeger een conditio sine qua non), dat ik minder moeite doe mij wat op te maken, dat soort zaken en dat ik daarbij vaak denk; “wat maakt het ook uit” (wat wel gepaard gaat met “wat maakt het uit met dat opgeblazen chemohoofd van mij”) Ze vergeleek mijn verhaal met iemand die ze kende die zodra hij wist dat hij ernstig ziek was na een jarenlange rookstop opnieuw een sigaret opstak. Een vorm van zelfdestructie die in ieder van ons zit en getriggerd wordt door bv. crisismomenten of heel slecht nieuws. En dat mijn gedachte “wat maakt het ook uit” bij kleine handelingen die eigenlijk tot mijn routine behoren in feite van dezelfde orde zijn. Ik denk dat toegeven aan mijn zoetcrave ook van dezelfde categorie is. Ze vertelde dat iedereen een innerlijke regisseur heeft die er voor zorgt dat er voor zorgt dat je dagen en gedachten netjes verlopen. En dat een crisis in je leven heel hard te keer gaat tegen die innerlijke regisseur die dan de kracht verliest om voor die structuur, die goed verlopende dagen en rustige gedachten te zorgen zodat in je hoofd alles chaos wordt en je zelfdestructie-mechanisme het overneemt.

Ze wees er ook op dat ik bij al die dingen mijn loutere fysiek niet mag vergeten. De moedeloosheid die ik voel wordt ook veroorzaak door echte moe-heid. De constante stress die ik onderga door wat er in mijn hoofd omgaat. Mijn bloeddruk is hoger, mijn hartslag ook, ik neem overdag een extra Xanax en ik besef amper hoe moe ik ben. True.

Ze zei me dat ze me graag wat tools in handen wil geven, vooral op vlak van het existentiële probleem en op vlak van de moedeloosheid/het je m’enfoutisme en nog iets maar dat (hoe slaag ik er in) ben ik vergeten.

Nu lezen sommige mensen hier vast dingen waarvan je zou denken dat het een gemakkelijk verhaal is, innerlijke regisseur, tools geven enz…maar wat mij helemaal over de streep trok waren veeleer de kleine opmerkingen tussendoor en momenten van herkenning die ik had tijdens hààr relaas die mij sterk het gevoel gaven dat ze mij echt goed begrijpt en weet waar alle schoenen wringen.

Ik vertelde haar dat er ook een pak goede dingen gebeuren maar dat ik bij haar uiteraard alleen over de slechte sprak. Het familiefeest, de goede jeugdvriend die mij een veblijf in zin appartement aanbiedt in stilaan mijn lievelingsstad Oostende, de vriendin die in Engeland woont, daardoor maar een paar dagen in Belguë is en die ik moest zeggen dat ik onze afspraak moest afzeggen omdàt ik naar zee was en die meteen voorstelde dan gewoon in Oostende af te spreken, mijn nichtje dat me vertelde dat ze zich zelf niet kon voorstellen nooit meer met mij koffie (zij thee) te drinken, mijn kleine vakantie bij mijn oom en tante, de vier uur aan een stuk die ik vorige week op het terras van De Kantien mocht doorbrengen in een stralende zon, eerst met 2 wijze (ze zijn wijs maar ook “wijs” op zijn Gents wat ook ‘tof’ betekent) vriendinnen en daarna met mijn ene halfzusje, de lunch met mijn andere halfzusje, het benefiet-feestje dat mijn vriendinnen organiseren, de bezoekjes, de vele andere dingen die ik hier al opsomde. Ze vroeg mij hoe ik mij daarbij voelde en ik kon alleen maar zeggen “dat ik zo hard verschiet dat ik dat verdien” Ja, maar hoe VOEL jij je daarbij, herhaalde ze waarop ik antwoordde: “Blij”.

En dat rondde het gesprek af.

Eén reactie op “Een goed bezoek aan de psycholoog.”

  1. Je geeft mij hier voer tot nadenken. Laat dat ook maar iets positiefs zijn.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op saturnein Reactie annuleren