Dit is mijn kleine universum.
Er woont een kater van 6 maanden. Naargelang zijn gedrag heet hij Joey, Joe, Tyrannosaurus Joe of allerliefste Joeypowie.
Er woont een moeder van 79, met een eigen leven en ook een eigen universum. Ze is de slimste vrouw die ik ken. Sedert ze grootmoeder werd zeg ik soms onbedoeld oma in plaats van mama.
En een dochter van 24, met een eigen leven en een eigen universum dat elke dag groter wordt, zodat ik er vaak van schrik. Ze is het licht in mijn ogen. Ze behoort tot het naar verluidt kleine percentage jongeren dat boeken leest, op papier.
Vrienden en familie van allerlei leeftijden en met eigen universa tref je er ook, met komen en gaan. Ze zeggen dat vriendschap heiliger is dan familie, omdat je vrienden zelf kiest en familie niet. Maar er is een deel van je familie waar je toch ook nog eens voor kiest, waarbij de bloedband de vriendschap versterkt en er is een deel van je vrienden die een beetje verdwaald zijn in je universum, die er niet helemaal thuishoren, maar die je er ook niet meteen uitschopt.
En hier en daar een uitzonderlijke mens, dat heb ik ook. Mensen die, familie of vriend of ooit geliefde, het universum kleur geven en je altijd blij maken met hun aanwezigheid. Sedert het begin van mijn ziekte zijn er vreemd genoeg zo’n paar mensen bijgekomen. Mensen van vroeger, mensen van nu. Mensen die je verhaal willen horen, die je plotsklaps bezoeken, die willen helpen.
Er ligt een handvol boeken in mijn kleine universum, uiteenlopende genres, van ‘Italië : de authentieke keuken” tot “Max, Mischa en het Tet-offensief“. Mensen die het boek hier zien liggen situeren het Tet-offensief op verschillende plaatsen in tijd en ruimte, maar het is gewoon Vietnam in de Vietnamoorlog. De personages in het boek situeren zich in Noorwegen en de VS van vandaag en voor een oogwenk in Viëtnam. Als je het wil lezen, het helpt als je ooit een fascinatie had of hebt voor Apocalypse Now en/of als je al eens vijf minuten aan een stuk naar een werk van Rothko hebt gekeken, je intussen afvragend waarom maar niet in staat een voet te verzetten.

Nog:
Een kleerkast met 15 zomerjurkjes en vijf nooit meer gedragen winterjassen. Minstens tien zwarte broeken. En mijn badpak bijvoorbeeld, ik haalde het laatst uit voor een Canarische trip. Basiskledij helemaal niet netjes opgeplooid. Een bed met kapsones: matras glijdt van latttenbodem, latjes vallen er langzaam maar zeker uit, kortom het ledikant heeft zijn beste tijd gehad maar het mag blijven.
Dat kleine, bescheiden universum gaat mij overleven. Ik wilde dat ik het kon opvouwen en in een envelopje stoppen voor wie er iets mee aan wil. Er heel erg goed voor zorgen bijvoorbeeld. Maar elk universum is oneindig deelbaar en elk onderdeel van wat het mijne was zal zijn plaats innemen in een ander. Razendsnel.
Geef een reactie op Pierre Hellebaut Reactie annuleren