Een paar dagen geleden liet ik nog vallen dat het soms onpraktisch en ook te rustig is, nu met Simon en Sas op reis. Op vrijdagen is dat het lastigste omdat Silke dan na het werk ook een welverdiende stap in de wereld zet en we meestal door mijn verstrooidheid slecht afspreken over eten en zo.
Gelukkig dook daar gisteren een bewaarengel op, Rudy Caruso. Zijn bezoek was aangekondigd. Ik had hem gezegd dat hij dan misschien wat van zijn boeken mee naar huis kon nemen die ik hier nog heb, omdat hij een deel van zijn collectie verkoopt op de Boekenmarkt, maar in plaats daarvan stond hij hier met een zak met nog méér boeken en een tas met proviand. Ik voelde mij de grootmoeder uit Roodkapje maar in Rudy valt weinig Roodkapje te bespeuren. Soms een beetje Wolf maar meer van het aaibare soort. Plots was mijn frigo gevuld met paella, gekookte eitjes vers van de kip, ongekookte eitjes vers van de kip, kersen, nectarines, onheus grote stukken taart, zelfgemaakte eiersla en hum, ik denk dat ik behalve de taart en de eitjes alles opgegeten heb tussen vier uur gisterennamiddag en nu.
Over de middag was ik al wezen lunchen met mijn lieve collega’s en vrienden Griet en Peter, en had ik ook al een mokka-ijsje gegeten. Tussen de bedrijven door ben ik immers op zoek naar het lekkerste mokka-ijs voor mijn moeder, een niet te verwaarlozen taak.
Hmja. Het was een beetje een anti-te-rustig foodcrave, maar uiteindelijk ben ik altijd positief verwonderd dat mijn intestinaal systeem goed werkt, in acht genomen dat ik toch ziek ben.
Ach, dit alles maar om te zeggen dat de vrienden er zijn als ’t nodig is, of een beetje nodig en dat het ook leuk was om met Rudy naar de nieuwe boeken te kijken en te palaveren.
Na vier uur werd alles weer rustig en viel de stilte te veel op mij.
Omdat ik nog steeds op zoek ben naar een gepaste locatie voor mijn eigen uitvaartceremonie (sorry voor wie dit te luguber vind, het is voor mij een deel van mijn leven en dus niet speciaal raar of vreemd) struinde ik het internet af, zonder al te groot succes. Veel begrafenisondernemers bouwen nu ook grotere aula’s maar ik vrees dat zoiets wel eens erg duur zou kunnen worden. En ik heb geen verzekering voor dat soort aangelegenheden, typisch typisch typisch.
Vandaag, later op de dag, ga ik naar zee op een manier waarmee ik andere mensen vaak uitlach. Op een zaterdag, bij tropische temperaturen, in een auto zonder noemenswaardige airco, naar een plaats die sowieso propvol zit. ’t Leven is niets zonder risico’s. Tot dan lees ik verder in Buzz Aldrin, waar ben je gebleven, gisteren verwaarloosd, maar ik zit over de helft.
Tot slot: hout, veel hout (of het eigen hoofd) vasthouden: fysiek kabbelt alles niet te kwaad. Ik kan redelijk goed stappen, en sommige irriterende pijntjes zijn zo goed als afwezig. Dat is goed, daardoor denk ik minder aan de ziekte, en dat is beter dan goed. Dat is nu en veranderlijk maar ik houd het vast.
Geef een reactie op Els Reactie annuleren