Is het nu alweer zo lang geleden dat Sil en ik op die hete zaterdag naar zee reden in die auto zonder airco en alle ramen open op de autosnelweg? Dat was dus een ontzettende meevaller. We vertrokken in de vroege namiddag en vermeden alle files, vonden parkeerplaats vlak bij zee tegen Mariakerke-Bad, aten tomates-crevettes en mosselen, lazen een boekje op de dijk en waren getuige van een grootscheepse zoekactie (boten, helikopter, kleine bootjes, politiewagen op het strand) maar dat zou dan uiteindelijk gaan over een man die al die tijd in volstrekte onwetendheid over zijn eigen vermissing op het strand zat. En het was er zoveel frisser dan in Gent. Zot toch, hoe de zee mijn gemoed goed doet. Wat ik wel onthoud is dat je op zo’n dagen net zo goed nog een pak later kunt vertrekken voor de beste temperatuur en de mooiste kleuren.

Nu is Sil even op reis naar Valencia en zijn Joey en ik alleen thuis. Ik zorg voor Joey (lees: ik geef hem eten) en mijn immer zorgende vrienden en mama zorgen er voor dat de koffie klaargezet wordt en er gesmeerde boterhammen klaarliggen voor het ontbijt voor rolstoeluitstapjes, boodschappen en gezelschap. Gisteren was de papa van Silke hier en deden we een uitstap door verschillende seizoenen, een terrasje met paraplu, een deugddoende rolstoelrit door een wat drassig park en stralende zon tegen thuiskomt. Maar heel fijn.
Afgelopen dinsdag had ik chemo en een babbel met de arts over het verder afbouwen van de chemotherapie en het voorlopig enkel verder gaan met immunotherapie. Ik ben er nu nog niet uit waarom de andere medicatie moet afgebouwd worden maar dat heeft te maken met een medisch protocol, lees: het moet zo. Natuurlijk, als mijn volgende resultaten meevallen én ik kan de chemo afbouwen zou dat willen zeggen dat ik mijn mobiliteit minstens gedeeltelijk terugwin en van mijn honderd absurde bijwerkingen verlost zou zijn. Maar voeten op de grond. Waar ik ze eigenlijk het liefste heb. Zelfs al is mijn tijd kort, zo nog eens kunnen stappen tot aan de waterlijn door het zand en dan wat ouderwets pootjebaden en schelpjes zoeken zou ik ZO fijn vinden.
Buzz Aldrin en Zijde zijn uit, met veel plezier gelezen en ik lees nu Ons Deel van de Nacht van Mariana Enriquez. Een heel bizar verhaal met veel demonen en bovennatuurlijke avonturen maar mijn dochter heeft gezegd dat ik moet doorzetten want het is een mooi verhaal. Op de achterflap staat dat het boek hoort tot de Great Latin American Novels zoals 100 jaar Eenzaamheid. Hmm…dat moet ik zien toch. Ik deed een zijsprong naar de versie die ik nog heb van dat absoluut krankzinnige meesterwerk (dat in mijn absolute top tien staat) en stelde vast dat de vertaling dateert van 1971. Dat leest toch wat minder vlot (hoe kom ik zelfs aan zo’n oude versie?) en de aankoop van de meest recente vertaling zit er aan te komen. Want, de adviezen van mijn psychologe indachtig die er op neerkomen dat het een beetje onnozel is (ze zei dat vast niet zo) géén dikke boeken te lezen omdat je palliatief bent hebben hun effect niet gemist.
Zo, ik ga de nationale feestdag vieren, mama pikt mij op en ik krijg mosselen met frietjes. How spoiled I am.
Geef een reactie op Pierre Hellebaut Reactie annuleren